Schilderromans - CS Theun de Vries - CS Odpovědi na dotazy pište, prosím

 
 
DE VIER SCHILDERROMANS VAN THEUN DE VRIES

(Magdalena Kabelková)

Magdalena Kabelková: MALÍŘI V DÍLE TdV

Gogh: Rybář

 

Een aparte plaats onder de historische romans van Theun de Vries nemen zijn vier grote schilderromans in: Rembrandt (1931), Ziet, een mens! (1963), Moergrobben (1964) en Torrentius. Het feest en de storm (1998) met Rembrandt, Vincent van Gogh, Hieronymus Bosch en Torrentius als biografisch uitgangspunt.

De bronnen waarover De Vries kon beschikken, waren heel beperkt, een uitzondering vormt alleen de persoon van Vincent van Gogh, die voldoende kunstwerken en egodocumenten (vooral brieven) had achtergelaten. De schaarste aan materiaal over de andere drie schilders heeft veel te maken met de ontwikkeling van de status van de kunst en de kunstenaar: een echte persoonscultus ontstond pas in de negentiende eeuw toen de psychologie van de maker net zo belangrijk werd als zijn werk of zelfs belangrijker. In het geval van Hieronymus Bosch leidde het gebrek aan historische informatie tot de creatie van een literaire dubbelganger. In de roman Moergrobben uit 1964, maar in 1973 omgedoopt tot Het Raadselrijk, figureert de voorvader van het surrealisme onder de naam Melchior Hintham, naar een dorpje ten oosten van ‘s-Hertogenbosch. De Vries koos voor een pseudoniem om zijn eigen visie te kunnen etaleren en zich als romancier veilig te stellen voor de kritiek van kunst- en cultuurhistorici.


 
 
Bosh: Skřeti

 
naar boven

Naar boven


 

Van de zeventiende-eeuwse schilder Jan van der Beeck, die onder de naam Torrentius door het leven ging, is nu nog maar één schilderij bekend. Het gebrek aan visuele bronnen wordt in de roman Torrentius. Het feest en de storm (1998) gecompenseerd door fraaie verhalen en de geschiedenis van zijn proces waarvan archiefstukken bewaard zijn gebleven. Voor zijn roman Rembrandt (1931) geldt dat er veel moest worden ingevuld, omdat er van de schilder persoonlijk niet veel bekend is. Dit werk leidde ook tot talrijke kritieke reacties.

Vincent van Gogh werd de titelfiguur van de roman Ziet, een mens! (1963), die later een veel zakelijker titel Vincent in Den Haag. Roman uit de jaren 1881-1883 kreeg. In deze roman wordt Van Goghs relatie tot de gelegenheidsprostituee Sien Hoornik beschreven.

Zijn opvattingen over kunst en kunstenaars ontleende Theun de Vries in eerste instantie aan zijn vriend, de schilderkunstcriticus Just Havelaar (1880-1930) en aan de kunstcriticus en medewerker aan tijdschriften Albert Plaschaert (1874- 1941). Typerend voor zowel Havelaar als Plaschaert was hun afkeer van de wetenschappelijke, maar gevoelloze eisen van de kunsthistorici, die het publiek volkomen negeerden. De individualistische, fijngevoelige benaderingswijze van beide kunstbeschouwers stond in hoge mate model voor de persoonlijke, artistieke interpretatie van het verleden van de Nederlandse romancier - de romantische verhalen over eigenzinnige, rebelse kunstenaars uit het verleden zijn een spiegelbeeld van De Vries´ eigen binnenste.

In elke van de vier genoemde geromantiseerde biografieën neemt de auteur ons mee naar een andere historische periode van de Nederlandse geschiedenis en vertelt ons een indrukwekkend verhaal van een buitengewoon scheppende persoonlijkheid uit het verleden, die hij op een persoonlijke, gevoelige wijze probeert te doorgronden.

Theun de Vries gaat in zijn beschrijvingen wel van het bekende historische materiaal uit, in tegenstelling tot een historicus beperkt hij zich echter niet tot de historische feiten, maar maakt hij naast verwerking en interpretatie van de vaststaande gegevens tevens veel gebruik van zijn verbeeldingskracht. Door de combinatie van kennis en talent, door de vermenging van het historisch-wetenschappelijke met het artistieke, zet De Vries voor ons de geschiedenis in een nieuw licht. De epische kracht van de schrijver blijkt op elke bladzijde van de besproken werken, en ook al is de verbeelde geschiedenis niet helemaal warheidsgetrouw, De Vries presenteert het verleden op een manier die geen historicus hem na kan doen.


 
 
Gogh: Slunečnice

 
naar boven

Naar boven


 

Of het nu om Melchior Hintham, Rembrandt, Vincent van Gogh of Torrentius gaat, al deze literaire figuren beantwoorden aan De Vries´ romantische voorstelling van een kunstenaar, die gedeeltelijk op de oude, bekende verhalen van scheppende genieën berust en het beeld van de vier schilders een beetje in de richting van de traditionele kunstenaarsopvatting verschuift. Aan de andere kant projecteert de auteur echter ook veel van zijn eigen denkbeelden in de romanpersonages en levert zo een geheel eigen bijdrage aan de traditie in de beeldvorming van kunstenaars.

De Vries´ eigenwijze schilders reflecteren de schrijvers ervaringen en visies op de wereld, en de romans tonen naast de ontwikkeling van de hoofdpersonages tevens de geestelijke en professionele rijpheid van de schrijver aan. Tijdens het ontstaan van Rembrandt was De Vries nog te jong om een waarachtig psychologisch portret van de kunstenaar te kunnen geven - het hoofdpersonage en ook de andere figuren worden te algemeen en oppervlakkig afgebeeld. Uit de autobiografische trekken in deze roman komt voort dat de toen nog heel jonge auteur een vaste visie op het leven eerst aan het vormen was. Ook de manier van vertellen getuigt daarvan dat de romancier aan het begin van zijn schrijversloopbaan stond. In de latere drie romans komt De Vries´ levensbeschouwing al in klare contouren voor. In Moergrobben is de stem van de auteur in de hoofdprotagonist het sterkst herkenbaar, in Vincent in den Haag en Torrentius concentreert de auteur zich meer op het afbeelden van het echte historische personage. Moergrobben bieden de meest nadrukkelijke maatschappelijke kritiek, in Vincent in de Haag beperkt de schrijver zich vooral op de kritiek van de kapitalistische maatschappij. Torrentius is dan als de jongste roman van alle vier qua taal en uitwerking de meest moderne, de psychologie van de kunstenaar wordt hier op een bijzonder aantrekkelijke manier geschetst.

Maar ook al wordt het noodlot van de kunstenaar elke keer een beetje anders opgevat, toch lijken de romans in vele opzichten duidelijk op elkaar:
De vier behandelde schilders voeren allemaal een strijd tegen de onbarmhartige omgeving die hen grenzen en beperkingen oplegt en hun individualiteit tracht te onderdrukken. Ze zijn de geniale rebellen, de ketters en verschoppelingen van de maatschappij en ze streven hardnekkig naar vrijheid, verlossing, het zuiver houden van het kunstenaarschap, liefde en rechtvaardigheid - waarden, die ook de auteur zelf het dierbaarst zijn. De vragen die in de romans worden opgeworpen hebben dus niet alleen maar betrekking op het verre verleden, maar tegelijkertijd dragen ze een sterke eeuwigheidswaarde.

Tot slot kunnen we zeggen dat de romans van Theun de Vries een dubbel karakter hebben: aan de ene kant gunnen ze ons een kijkje in de verre, individuele, romantische, exotisch ruikende geschiedenis, maar aan de andere kant houden ze het heden een kritische spiegel voor en vormen zo een maatschappelijke aanklacht en tegelijkertijd een bede voor een betere mensheid


Magdalena Kabelková
Fragment uit de afstudeerscriptie Moergrobben: bezien tegen de achtergrond van het genre en van de overige schilderromans van Theun de Vries, 2004 

Magdalena Kabelková  

Fragment uit de afstudeerscriptie Moergrobben: bezien tegen de achtergrond van het genre en van de overige schilderromans van Theun de Vries, 2004  

Original text -
Bulletin 2005/1 (PDF) -    http://sweb.cz/ne-be/2005-1.pdf

(Vereniging voor Vlaamse en Nederlandse cultuur NE-BE:    http://sweb.cz/ne-be/)


 
Original text -
Bulletin 2005/1 (PDF):      http://sweb.cz/ne-be/2005-1.pdf
(Vereniging voor Vlaamse en Nederlandse cultuur NE-BE: http://sweb.cz/ne-be/)

 
 
Rembrandt: V krčmě

 
naar boven

Naar boven